
Spreekwoorden: (1914)
Iemand kort houden,d.w.z. iemand in zijne vrijheid van bewegingen belemmeren, hem krap, nauw, scherp, straf houden; eene uitdrukking ontleend aan het inhouden der teugels van een paard (vgl. Zuidafr. iemand met springteuels ry (Boshoff, 335); op Goeree en Overflakkee: kort in de strengen staan1) of ...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Iemand kort houden,d.w.z. iemand in zijne vrijheid van bewegingen belemmeren, hem krap, nauw, scherp, straf houden; eene uitdrukking ontleend aan het inhouden der teugels van een paard (vgl. Zuidafr. iemand met springteuels ry (Boshoff, 335); op Goeree en Overflakkee: kort in de strengen staan1) of ...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.